-
1 zich losmaken
гл.общ. освобождаться -
2 zich losmaken van
zich losmaken van -
3 zich losmaken van iets/iemand
zich losmaken van iets/iemandbreak away from/extricate oneself from something/someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich losmaken van iets/iemand
-
4 zich losmaken van
v. cut oneself adrift from, dissociate oneself from -
5 losmaken
1 [maken dat iets, iemand los wordt] détacher3 [ter beschikking weten te krijgen] mobiliser4 [(emoties, enz.) oproepen] susciter (des émotions, etc.)♦voorbeelden:de haakjes losmaken • désagraferde hond losmaken • détacher le chieniemand de tong losmaken • délier la langue de qn.zijn vlechten losmaken • dénatter ses cheveuxzich van een gedachte losmaken • se défaire d'une penséezich losmaken van • s'arracher àzich van het peloton losmaken • se détacher du peloton -
6 losmaken
♦voorbeelden:een knoop losmaken • untie a knot, undo a buttonzich losmaken van iets/iemand • break away from/extricate oneself from something/someone3 geld losmaken • extract/obtain money -
7 zich uit het peloton losmaken
zich uit het peloton losmaken -
8 zich van een gedachte losmaken
zich van een gedachte losmaken -
9 zich van het peloton losmaken
zich van het peloton losmaken -
10 zich uit het peloton losmaken
zich uit het peloton losmakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich uit het peloton losmaken
-
11 zich uit het gevecht losmaken
гл.общ. выходить из боя -
12 hij kan zich moeilijk ervan losmaken
hij kan zich moeilijk ervan losmakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij kan zich moeilijk ervan losmaken
-
13 décoller
décoller [deekollee]♦voorbeelden:il ne décolle pas d'ici • hij blijft hier maar plakkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 losgaan♦voorbeelden:1. v2) opstijgen (van) [vliegtuig]3) weggaan5) losmaken, losweken2. se décollerv -
14 dégager
dégager [deegaazĵee]3 opruimen♦voorbeelden:〈 informeel〉 dégage! • donder op!♦voorbeelden:1. v3) opruimen4) vrijlaten [hals, rug]5) verspreiden [gas, geur]6) vrijmaken [geld]7) inlossen [pand]8) afwijzen [verantwoordelijkheid]9) terugnemen [woord]10) trekken (uit) [lering]2. se dégagerv1) opklaren [lucht]2) leegstromen [straat]4) vrijkomen [geur, rook] -
15 arracher
arracher [aaraasĵee]1 trekken ⇒ uittrekken, losrukken2 ont-, wegrukken ⇒ halen (uit), losmaken (van)3 wegkrijgen ⇒ wegjagen, weghalen♦voorbeelden:un obus lui a arraché le bras • een granaat heeft zijn arm afgeruktarracher les mauvaises herbes • het onkruid wiedenarracher les pommes de terre • de aardappelen rooienarracher les yeux à qn. • iemand de ogen uitkrabbenarracher qn. au sommeil • iemand uit zijn slaap rukken♦voorbeelden:1 s'arracher qn., qc. • vechten om iemand, ietson se l'arrache • hij, zij is zeer gewild gezelschaps'arracher les yeux • elkaar de ogen uitkrabben1. v1) (uit)trekken, losrukken2) ontrukken, halen (uit)3) weghalen2. s'arracherv1) vechten (om) -
16 détacher
détacher [deetaasĵee]1 losmaken ⇒ afscheuren, verwijderen♦voorbeelden:v1) losmaken, verwijderen3) ontvlekken -
17 lösen
lösen5 lossen, afvuren♦voorbeelden:Alkohol löst die Zunge • alcohol maakt de tong losdie Tapete von der Wand lösen • het behang van de muur afhalen3 einen Vertrag lösen • een contract, verdrag ontbinden, annuleren4 eine Fahrkarte lösen • een kaartje kopen, nemen5 einen Schuss lösen • een schot lossen, afvuren1 loslaten, -gaan ⇒ loskomen, -raken♦voorbeelden:2 sich von einem Gedanken lösen • een gedachte loslaten, van zich afzetten -
18 break away
wegrennen, zich losmakenbreak away -
19 abhängen
abhängenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 laten schieten ⇒ laten vallen, ontslaan4 de telefoon ophangen, opleggen5 〈informeel; ook sport en spel〉overtreffen, voorbijstreven♦voorbeelden:das Feld abhängen • zich losmaken van het peloton -
20 disengage
v. losmaken, afkoppelen, afsnijden, afbreken[ dissinggeedzj] 〈zelfstandig naamwoord: disengagement〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 losmaken ⇒ vrij maken, bevrijden
См. также в других словарях:
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Snellen — Snellen, Herman, Ophthalmolog, geb. 1834 in Zeyst, studierte in Utrecht, wurde 1862 Primärarzt und Dozent der Augenheilkunde an der niederländischen Anstalt für Augenleidende in Utrecht, 1877 Universitätsprofessor und als Nachfolger von Donders… … Meyers Großes Konversations-Lexikon